Wedstrijdvormen

Binnen de handboog sport, zijn er verschillende typen wedstrijden welke gehouden worden. Hierbij moet gedacht worden aan wedstrijdtypen als:

  • Target;
  • 3D;
  • Veld;
  • Clout;
  • Wip;
  • Run; en
  • Ski (of Ski-archery).

Target

Hierin zijn diverse vormen mogelijk. Voorbeelden van de verschillende target wedstrijdvormen zijn:

  • 18, 25 meter (3 pijlen per beurt), zowel indoor als outdoor
  • 25 meter 1 pijl, zowel indoor als outdoor
  • Short Metric, meestal outdoor, 50 en 30 meter (3 pijen per beurt), indoor als de schietlocatie het toelaat
  • Compact Short Metric (kleiner van opzet en daardoor geschikt voor indoor), 18 en 30 meter (3 pijlen per beurt), word vaak ook door de jeugd geschoten op regulier toernooi i.c.m. normale short metric voor senioren
  • Fita, 90,70,50 en 30 meter (Dames 70,60,50 en 30 meter), outdoor (6 pijlen voor de 90 en 70 (dames 70 en 60) meter, 50 en 30 meter 3 pijlen per beurt)
  • Futtoernooi, afstand tussen de 15 en 15 meter, fantasie blazoenen zoals dart blazoen of door de vereniging zelf bedacht of aangepaste puntentelling op regulier blazoen, 3 pijlen per beurt, meestal indoor

3D

Een 3D wedstrijd is een toernooi, waarbij (in een bosrijke omgeving) over zelf te schatten afstanden, 3-dimensionale dieren, zo goed mogelijk geraakt moeten worden. Simpel….maar toch niet zo eenvoudig als je zou denken. Zoals bij een veldwedstrijd, wordt er ook bij een 3D-wedstrijd een parcours gebouwd in een gevarieerd, liefst bosrijk, terrein. Hierbij worden de natuurlijke hindernissen gebruikt om het de schutters qua afstanden schatten en schieten zo moeilijk mogelijk te maken. Het parcours (bestaat uit 24 tot 36 doelen) wordt verschoten in groepen van ongeveer 4 tot 6 personen. Net als bij een veld wedstrijd begint iedere groep bij een ander doel, zodat alle groepen tegelijk klaar zijn. Toch zijn er tussen een 3D wedstrijd en een veld wedstrijd  veel verschillen. Het opstellen van de doelen in het parcours wijkt af van de normale veld wedstrijd.

Zo worden bij de veldwedstrijden de doelen in een open baan opgesteld, in tegenstelling tot een 3D-toernooi waar je nog wel eens wat extra inspanning. Deze extra inspanning komt doordat men  bijvoorbeeld moet bukken, knielen of in spreidstand moet staan om een doel optimaal te kunnen zien en dus te kunnen raken. Veld blazoenen moeten, volgens het reglement, naargelang ze groter worden, verder weg worden geplaatst, maar ook hierin wijkt een 3D-wedstrijd af en is men dus compleet vrij om doelen te plaatsen waar men wil (binnen bepaalde limieten weliswaar). Dit alles zorgt ervoor dat het inmeten van de afstanden bijna niet meer mogelijk is, en dat goed afstanden kunnen inschatten dus minstens even belangrijk is als goed kunnen handboogschieten. Ook de variatie aan klassen is bij een 3D wedstrijd uitgebreider als bij andere wedstrijden. Kortom, het 3D-schieten is een compleet andere vorm van boogschieten.

Bij het 3D-schieten schieten recreatieve schutters tegelijk met de competitie-schutters en door de verschillende schietpaaltjes kunnen kinderen samen met volwassenen schieten. Dit maakt het 3D-schieten een sport voor het gehele gezin!


Veld

Veldschieten wordt buiten beoefend. In tegenstelling tot de indoor- en outdoor wedstrijden staan de doelen niet netjes op een vlak terrein en op vaste afstanden opgesteld. Bij de veldwedstrijd staan de doelen verspreid in veld en bos, zodat de schut(s)ter onder alle hoeken en richtingen moet proberen zijn/haar pijlen in het doel te krijgen.

Veldschieten, is waarschijnlijk één van de leukste wedstrijdvormen van deze sport. Deze vorm heeft de laatste jaren enorm aan populariteit gewonnen. De reden daarvoor is moeilijk te achterhalen maar het is een feit dat het veldschieten een compleet andere soort van wedstrijdvorm is. Het feit alleen al dat men de ganse dag in de natuur rondloopt en men niet steeds op dezelfde plaats op het veld is, is één van de argumenten die men vaak hoort. Een ander feit is dat, telkens men aan een doel komt, er een nieuwe uitdaging staat te wachten. De parcoursbouwers zijn er altijd op uit om de schutters een zo groot mogelijke afwisseling in terrein te bieden.

Wat is veldschieten nu precies?

Zoals reeds aangehaald speelt het veldschieten zich niet af op een afgelijnd terrein maar op, liefst, heuvelachtig terrein in de natuur. Daar zijn dan tot een maximaal van 24 tot 36 doelen opgesteld. Afwisselend van onder naar boven of van boven naar onder te schieten. De doelen zijn meestal opgesteld rond een parcour. De schutters worden in groepen van telkens vier tot zes deelnemers verdeeld. Elke groep krijgt een nummer dat ook tevens dient om te weten op welk doel men start. Na het schieten, scoren en het trekken van de pijlen, vervolgt men zijn weg naar het volgend doel. De aangegeven weg moet strikt gevolgd worden in verband met de veiligheid.

Andere vorm is een arrowhead round, zoals deze ronde wordt genoemd, schiet men een totaal van maximaal 72 pijlen per dag (24 x 3). De grote wedstrijden worden bijna altijd geschoten over twee dagen : één dag op de onbekende afstanden en de volgende dag op de bekende afstanden.

 


Clout

Clout schieten is lange afstand schieten. Het doelwit bestaat hierbij uit een aantal concentrische cirkels die op een afstand van 165 meter voor de heren en 125 meter voor de dames op de grond liggen. Deze discipline wordt in Nederland bijna niet beoefend


Wip

Wat is het doel van staande wip boogschieten
De kunst is om met de pijl een vogel van de wip te schieten op een hoogte van 28 meter Aangezien men moet rekening houden met factoren zoals er zijn: regen, wind, stand van de zon en het te raken doel (vogel). Aangezien het doel maar de grootte heeft van 10 eurocent is het niet altijd raak.

De open wip
Deze zijn aan het verdwijnen aangezien men hiervoor een te grote ruimte nodig heeft om de veiligheid te garanderen.
De pijlen vliegen vrij de lucht in en komen dan naar beneden (± 75 m. rond iedere wip)

De Muitwip
De muitwip is de moderne versie en biedt meer bescherming aangezien de pijlen in een kooi worden tegengehouden en hierdoor hun val wordt gebroken. (± 10 m. rond iedere wip)

Wipschieten word in Nederland nauwlijks beoefend met uitzondering enkele schutersgilden in brabant en limburg, in Belgie word deze sport meer beoefend


Run

Een runarchery is een combinatie van veldlopen (cross-country) en boogschieten. De wedstrijd bestaat uit series (heats), halve finales en de finale. In een heat starten maximaal tien atleten. De indeling van de atleten in de series gebeurt willekeurig.

Na het startschot lopen de atleten met de boog in de
hand en de pijlen in een pijlentas op de rug een ronde op het parcours. Een ronde is tussen de 700 en 1000 meter. Na deze ronde komen de atleten bij de schietplaats, waar ze drie pijlen schieten op omklapbordjes. Er is een bordje voor elk van de drie pijlen. De bordjes mogen in een willekeurige volgorde worden omgeschoten. Mist de atleet één of meer bordjes, dan moet hij een strafrondje lopen van ongeveer 100 meter per gemiste pijl. Daardoor kan één rondje op het parcours dus flink toenemen. Na het lopen van de strafrondje(s) gaat de atleet verder met de volgende ronde op het parcours. De atleten lopen vier maal het parcours, waarbij ze drie keer drie pijlen moeten schieten. Aan het eind van de vierde ronde finisht de atleet en word de tijd vastgelegd. Op basis van de resultaten in de series worden de atleten geplaatst voor de halve finales en de finale.

Tijdens de Runarchery gebruikt de atleet een eenvoudige recurve-boog zonder stabilisatoren. De boog mag wel zijn voorzien van een vizier en clicker. Tijdens de wedstrijd heeft de atleet minimaal negen pijlen nodig.Vaak hebben de atleten echter enkele reservepijlen bij zich. Er zijn geen beperkingen aangaande de sportkleding die gebruikt wordt voor het hardlopen.


Ski (of Ski-archery)

Ski-archery is de jongste discipline in het doelschieten. Deze tak is erkend door de FITA in 1991. Het is een combinatie van boogschieten met het cross-country skiën. De deelnemers moeten tijdens een skitocht van 12 km (8 km voor vrouwen) 12 doelen raken. Een gemist schot betekend een extra ronde afleggen van 300 meter.

Een tiental jaren geleden ontstond het idee in de Italiaanse Alpen om deze oude variante van het boogschieten terug leven in te blazen en met succes. Onder impuls van de initiatiefnemer, Dhr. Carminati, werden in 1998 de eerste wereldkampioenschappen georganiseerd in het Italiaanse Cogne. De deelnemende landen waren o.a. Italië, Frankrijk, USA, Slovenië, België, Denemarken,… Na dit wereldkampioenschap werden er meer en meer tornooien van deze aard georganiseerd, voornamelijk in de Zwitserse, Oostenrijkse en Italiaanse Alpen. In 1999 werd er dan een tweede wereldkampioenschap gehouden in Frankrijk in het vermaarde Bessan. De EMAU besloot in 1999 dan ook een Europees kampioenschap te organiseren dat doorging in Zgornje Gorje, Slovenië. Dit terrein zal eveneens gebruikt worden voor de wereldkampioenschappen biathlon in 2001. De regels : De deelnemers leggen een parcours af van ongeveer 12 km (3 ronde van 4 km voor de heren, 2 x 4 km voor de dames), op het einde van elke ronde dienen ze dan op omklapbare schijven te schieten met boog en pijl (na elke ronde vier schijven). De boog moet het ganse parcours op de rug worden gedragen. De pijlen van elke deelnemer staan opgesteld langs de toegang tot de schietzone. Voor elke schijf die niet wordt getroffen moeten de deelnemers een strafronde van 300 meter afleggen